Het S-peil van een gebouw is een getal dat enerzijds de graad van thermische verliezen aanduidt. Langs de andere kant zijn zontoetreding en luchtdichtheid andere belangrijke factoren. Een laag S-peil, in Wiekevorst geeft Dimar Studiebureau u hiervoor graag wat tips, is belangrijk: het moet in de huidige EPB-regelgeving kleiner (of gelijk aan) 31 te zijn.
Start van energiezuinig gebouw
Het S-peil houdt dus niet alleen rekening met de isolatiegraad van het gebouw (= gemiddelde U-waarde), maar ook met de vorm-factor (= aantal 'hoeken en kanten' en 'grillige vormen'). Hoe lager het S-peil, hoe beter de gebouwschil bestand is tegen de buitenomgeving. Een laag S-peil is bijgevolg de start van een energiezuinig gebouw (met lage energiekosten).
Praktisch voor EPB-compactheid:
- Creëer zo weinig mogelijk "hoekjes en kantjes", op- en aan-, over- en uitbouwen. Dakkapellen, inhammen, patio's beïnvloeden de compactheid nadelig.
- Een woning met volledige verdieping heeft een betere compactheid dan enkel een gelijkvloers. Is bovenop het gelijkvloers slechts een gedeelte verdieping gebouwd en het overige gedeelte een plat dak, dan kan dit nadelig werken op de compactheid.
- Een geïsoleerde kelder onder de ganse woning is beter dan slechts een gedeeltelijk(e) (geïsoleerde) kelder.
- Volumes aangesloten tegen een groter hoofdvolume (bijvoorbeeld een aanpalende garage met plat dak) kunnen de compactheid ook nadelig beïnvloeden.
- Een gesloten bebouwing scoort beter dan een identieke vrijstaande woning. De 2 scheimuren worden immers niet als verliesoppervlakte gerekend.
Betere isolatiegraad
De isolatiegraad van een gebouw, uitgedrukt via de gemiddelde U-waarde, wordt bepaald door de materialen dewelke in de gebouwschil gebruikt worden. Hoe beter deze materialen isoleren, hoe beter de gemiddelde U-waarde.
Praktisch voor EPB-isolatiegraad:
- Buitenschrijnwerk is een grote "verliespost" in onze gebouwen; hoe groter het aandeel van raam-, deur- en poortoppervlakken tegenover de ganse verliesoppervlakte, hoe groter de warmteverliezen. Een goed geïsoleerd(e) wand of dak, scoort qua U-waarde makkelijk 4, 5 tot 6 keer beter dan een goed isolerend raam. De isolerende waarde van buitenschrijnwerk wordt uitgedrukt in k- of Ug-waarde (voor glas) en Uf-waarde (voor de profielen).
- Gebruik isolatiematerialen met een lage lambda-waarde (λ). Al lijken de verschillen heel gering (0,023 versus 0,035 voor PUR versus minerale wol), is er een zeer groot verschil in gemiddelde U-waarde voor een volledig gebouw.
- Dikkere isolatiematerialen zijn beter dan dunnere... maar dat wist u allicht!
- Vermijd een garagepoort in de gebouwschil. Niet alleen scoren die niet goed voor de warmteverliezen, ook voor de luchtdichtheid zijn ze zeker niet optimaal. Tracht indien mogelijk de garages buiten het beschermde volume te houden (vooral als ze aanpalend zijn).
- Werkt u niet met een kelder, bouw dan op volle grond ipv op een kruipruimte. De warmteverliezen via volle grond zijn kleiner.
- Hellende daken zijn ideaal om lekker veel isolatie aan te brengen, eventueel in meerdere lagen. Werk van binnen naar buiten van damp-dichte naar damp-open materialen en zorg aan de binnenzijde voor een goed dampscherm (al heeft dit laatste geen invloed op de U-waarde - echter wel op de luchtdichtheid van het gebouw!)
- Gebruik van gespoten PUR in de vloer heeft meestal een betere isolerende waarde dan gebruik van harde isolatieplaten en uitvulschape (en dit ondanks de betere λ-waarde van harde platen ...). Dit komt omdat bij gespoten PUR met een dikkere isolatielaag kan gewerkt worden.
Slechte bouwknopen zijn koudebruggen
Ten slotte kort even over bouwknopen, waarbij de slechte bouwknopen, de al langer gekende "koudebruggen" zijn. Een koudebrug is een verbinding in de gebouwschil (gevel, dak, vloer), waar een groot warmteverlies optreedt omdat er geen (of onvoldoende) isolatie aanwezig is tussen binnen en buiten.
In het ontwerp van het gebouw, is het daarom belangrijk dat de architect de bouwknopen duidelijk definieert en ontwerpt. Hij kijkt erop toe tijdens de uitvoering van de werken, dat elke knoop goed uitgevoerd wordt en dus geen koudebrug vormt.
Invloed op het K-peil
In de EPB-berekening kunnen de voordelen van goed uitgevoerde bouwknopen (of in het jargon: "aanvaarde bouwknopen") sterk doorwegen op het K-peil. Lees: slecht uitgevoerde bouwknopen (dus "niet-aanvaarde bouwknopen") of gebrek aan duidelijke info over die bouwknopen, leiden onverbiddelijk tot een slechte invloed op het K-peil.
Bespreek dit vooraf met uw architect en maak duidelijke afspraken in het kader van de EPB-berekening! Waarom wordt er gemikt op een laag S-peil? Elke daling met 1 S-peil-punt (ongeveer) een daling van 1 E-peil-punt met zich meebrengt. En hoe lager het E-peil, hoe energiezuiniger het gebouw.
Laat iets van u horen
Overloopt u bovenstaande tips voor een laag S-peil graag met Dimar Studiebureau, uw professionele EPB-verslaggever in Wiekevorst? Schrijf u snel in voor een volgende gratis infoavond. Al uw andere vragen komen zeker ook aan bod.